Loofdodingsdatum moet ook in 2020 leidend zijn bij HIMALAYA toepassing

4 augustus 2020 – Niet de ontwikkeling van de knollen, maar een vast aantal weken voor loofdoding moet primair leidend zijn bij de toepassing van HIMALAYA. Onderzoek op de proefboerderij van WUR Open Teelten (PPO) in Vredepeel moet aantonen dat met de juiste veldtoepassing een stevige basis wordt gelegd voor een goede kiemremming in de bewaring van aardappelen.

Het verbod op de kiemremmer CIPC stelt aardappeltelers komend bewaarseizoen voor grote uitdagingen. Ook op zandgronden. De inzet van HIMALAYA in het groeiseizoen laat goede resultaten zien, in combinatie met de toepassing van de nieuwe kiemremmer ARGOS tijdens de bewaring. UPL, producent van gewasbeschermingsmiddelen, heeft HIMALAYA ontwikkeld op basis van de actieve stof maleïne hydrazine. Die werkt systemisch en bereikt via het gewas de knollen van de aardappel. Uiteindelijk wordt de celdeling door HIMALAYA gestopt. Celgroei en – strekking gaan na toepassing gewoon door.

Verwarring over juiste toepassing, ook op zandgrond

“De kosten voor HIMALAYA kun je direct terugverdienen met besparing van kiemremmers in bewaring”, stelt Leen Struik. Hij is technical crop manager akkerbouw bij UPL en ziet dat het product op kleigrond al veel wordt toegepast en daar ook in de afgelopen droge jaren goed heeft gewerkt.  Bovendien gaat het aardappelopslag tegen. “Onder aardappeltelers op zandgrond leeft de angst dat de toepassing opbrengst kost en de opname onvoldoende is vanwege de bonte en lichte grond. Die angst is begrijpelijk maar niet terecht, mits HIMALAYA goed wordt toegepast.”

Telers laten basisadvies los vanwege knolgrootte

Onderzoeker Peter Ickenroth van Wageningen University veronderstelt hetzelfde als Leen Struik. “Ook op zandgrond kan HIMALAYA zorgen voor een goede basis voor de bewaring van aardappelen, mits de regels voor toepassing juist worden gehanteerd. Daar gaat het vaak mis. Vaak wordt er gekeken naar knolgrootte, in plaats van de aangegeven weken voor de loofdodingsdatum. Dit jaar zien we dat al vroeg ruim tachtig procent boven de 25 millimeter zit en dan is de vraag ‘Wat is nu leidend?’.”

Vanuit jarenlange ervaring stelt Ickenroth dat primair leidend blijft om HIMALAYA drie tot vijf weken voor de loofdodingsdatum toe te passen. “Als je de toepassing baseert op knolgrootte dan zie je vooral dit jaar vanwege de vroege knolzetting waar het mis kan gaan. We zien nu al dat akkerbouwers op zandgrond, die bijvoorbeeld Fontane’s telen, soms wel op zeven tot acht weken voor de loofdodingsdatum zitten. De stress, die bij deze te vroege toepassing kan onstaan kan opbrengst kosten. Ook zullen de knollen bij een te vroege toepassing nog minder hard aan de sapstroom trekken waardoor je minder HIMALAYA in de knollen gaat krijgen. Dat heeft weer tot gevolg dat een minder goed resultaat op kiemremming in de bewaring mag worden verwacht.”

Onderzoek Vredepeel

Op het proefbedrijf in Vredepeel wordt nu een vergelijk gemaakt. “We hebben in verband met de omstandigheden van dit jaar gekozen voor een te vroeg toedieningsmoment en vergelijken deze met een toepassing volgens advies en een onbehandeld object. De vraag is nu wat gaan de aardappels in bewaring doen. We hebben het gewas ook bekeken en we zien bij een te vroege toepassing van HIMALAYA in ieder geval geen phytotox of effecten ten opzichte van het onbehandelde gewas.” De optimale toepassing hangt volgens Ickenroth sterk af van de vitaliteit van het gewas. “Er is vitaal loof nodig voor een goede opname. Het advies voor het spuitmoment is natuurlijk niet voor niets bepaald. Onze verwachting is dat te vroege toediening, op basis van knolgrootte, niet het optimale moment is.”

HIMALAYA toont meerwaarde

“Op andere grondsoorten laat HIMALAYA zien dat het een goede basis voor een effectieve kiemremming legt. Ook op zand heeft het deze meerwaarde, is onze overtuiging. Omdat de gronden heterogeen zijn, wordt echter verondersteld dat het lastiger toe te passen is. Ook met het oog op de droogte is het niet eenvoudig. Begin oktober gaan we de versopbrengsten meten, waarna de aardappelen in bewaring gaan. In het voorjaar van 2021 zullen we aanvullend de conclusies kunnen trekken over effecten op kiemremming.”

Leen Struik van UPL hoopt dat aardappeltelers zich houden aan het basisadvies. “Daarbij is drie tot vijf weken voor loofdoding leidend en kijk dan voor de zekerheid naar de knolgrootte, als extra check. Nu is het vaak ook andersom en dat is onwenselijk.”

Loofdodingsdatum moet ook in 2020 leidend zijn bij HIMALAYA toepassing